Een duurzame woning is uiteraard een energiezuinige woning gebouwd met duurzame materialen en technieken. Maar is een nieuw passief huis op een stuk grond van 5 hectare in het groen met kippen, schapen en een moestuin duurzaam? Of is dat compacte energieneutrale rijhuis in de stad op wandelafstand van school, werk en ontspanning duurzamer? We zetten enkele criteria voor duurzaam bouwen en wonen op een rij.
Probeer zo weinig mogelijk nieuwe open ruimte in te nemen
Een duurzame woning is vooral de juiste woning op de juiste plaats. Omdat open ruimte schaars is, neemt wie duurzaam wil wonen zo weinig mogelijk ruimte in. Dat kan je bijvoorbeeld door een bestaand huis om te toveren naar een duurzame woning. En bij duurzaam wonen hoort ook: wonen in de nabijheid van winkels, scholen, kinderopvang, kantoren, cultuur, sport, parken,… zodat je ze makkelijk te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer kan bereiken. Als alle faciliteiten gebundeld zijn, is jouw woongedrag automatisch duurzamer. Want het is veel (kosten)efficiënter om alle nutsvoorzieningen en diensten te centraliseren, natuur en landbouw worden gespaard en je doet minder verplaatsingen (wat dan weer leidt tot minder luchtvervuiling en minder verkeersongevallen).
Blijf er zo lang mogelijk wonen
Duurzaam bouwen, dat is bouwen voor het leven. Denk tijdens het ontwerp al na over hoe je jouw huis later eenvoudig en goedkoop kunt aanpassen aan je toekomstige wensen en noden. Dat is ook positief voor de bewoners na je, wat dan weer een positief effect heeft op de marktwaarde van de huis.
Gebruik duurzame materialen
Duurzaam bouwen is vaak: bouwen met hout. Terecht, want als het goed wordt onderhouden, kan een houten gebouw de tand des tijds doorstaan. Het oudste houten gebouw, de Japanse tempel Horyu-Ji in Ikaruga, werd naar verluidt opgericht in de 8ste eeuw. De Russische-orthodoxe kerken zijn honderden jaren oud, ondanks temperatuurverschillen van soms -50°C tot +50°C tussen winter en zomer. En hoe verder je naar het noorden trekt, hoe meer de mensen bouwen met hout, ondanks het strenge klimaat.
Overweeg een groendak
Vrij nieuw en nog niet zo gekend is een groendak. Zo’n groendak vangt regenwater op en slaat het tijdelijk op. Het water wordt door de planten in het groendak opgenomen en later door verdamping teruggegeven aan de lucht. De resterende neerslag wordt pas na enige tijd van het dakoppervlak afgevoerd. Een groendak draagt zo bij aan een stabiel grondwaterpeil. Zo wordt wateroverlast bij hevige regen voorkomen. De vele plantjes op een groendak werken als filters voor fijn stof en zetten CO2 om in zuurstof. Met een groendak help je dus mee aan een schonere lucht en geniet je van een betere luchtkwaliteit, zeker in stedelijke gebieden.
Overweeg cohousing of gedeeld gebruik
Cohousing past natuurlijk ook uitstekend in het idee van duurzaam wonen. Dat is een alternatieve woonvorm waarbij een groep bewoners in verschillende woningen meerdere gemeenschappelijke voorzieningen gebruiken. Denk maar aan een centrale ontmoetingsruimte, een washok, een werkplaats en/of een gemeenschappelijke tuin. Apparaten die niet dagelijks gebruikt worden, kunnen er collectief aangekocht worden.